Vordering tot inkorting betekenis
De inkorting geschiedt in waarde, en niet in natura. Indien de erflater méér dan het beschikbaar deel heeft weggeschonken, dient er via een geldsom te worden gecompenseerd en moet het goed niet in natura terug in de nalatenschap worden ingebracht. De vordering tot inkorting. De inkorting geschiedt niet van rechtswege. De vader doet een schenking als voorschot op een erfdeel aan Bart. Wanneer de vader zou overlijden zal Bart zijn verkregen schenking moeten "inbrengen". Zijn schenking keert terug in de te verdelen massa. De waarde die Bart moet inbrengen komt overeen met de waarde op het moment van de schenking, geïndexeerd tot de dag van het overlijden. Vordering tot inkorting betekenis De vordering tot inkorting ten aanzien van een gift toegekend aan een begiftigde die geen erfgenaam is, verjaart na twee jaar te rekenen vanaf de afsluiting van de vereffening-verdeling van de nalatenschap voor zover uit deze vereffening de aantasting blijkt van het voorbehouden deel van de erfgenamen aan wie de wet een voorbehouden erfdeel.
Erfrecht inkorting
de inbreng en de inkorting. In het erfrecht worden belangrijke wijzigingen doorgevoerd aan de regeling van de inbreng en van de inkorting, twee materies die de erfgenamen en begiftigden ten zeerste interesseren. De inkorting. De wet geeft in artikel BW een regeling in welke volgorde ingekort dient te worden ten behoeve van de voldoening van de schulden aan de legitimarissen. Daaruit volgt dat alle erfstellingen en legaten naar evenredigheid van hun waarde dienen te worden ingekort.- Erfrecht inkorting In dit artikel zullen we dieper ingaan op de reserve voor erfgenamen, wat de inkorting en inbreng van een erfenis betekent binnen het Belgische erfrecht, en hoe deze regeling wordt toegepast in de Belgische context.
Legitieme portie inkorting
Inkorting. Als na de berekening van de legitieme portie blijkt dat de nalatenschap, na de uitvoering van het testament, niet groot genoeg is om de legitimaris uit te keren, moet er worden ingekort. Het tekort kan door verschillende oorzaken zijn ontstaan. Het geschil van partijen betreft, kort gezegd, de vraag ten laste van welke erfdelen de aanspraak van B op zijn legitieme portie dient te worden ingekort. De advocaat van eisers verwijst voor de inkortingsvolgorde naar artikel lid 2 BW.- Legitieme portie inkorting Volgens eiseressen mogen zij gebruik maken van hun recht op inkorting op deze giften op grond van artikel BW en verder, zodat zij gedaagden als begiftigden aanspreken om aan hen de legitieme porties in de nalatenschap van erflaatster te betalen.
Testamentaire bepaling inkorten
een beschikking onder levenden of een testamentaire beschikking. De omgekeerde beweging gaf aanleiding tot discussie9. 3 Art. nieuw, § 1. 4 Art. 5 Hetzelfde gold voor schenkingen gedaan aan de wettelijk samenwonende partner. De vraag rees of deze ook de inbreng kon eisen. 6 Art. nieuw. 7 Art. 8 Art. 9 Art. , al. 2. De bepaling van artikel lid 2 BW is van regelend recht. De testateur mag hiervan in zijn testament afwijken en materieel een andere beloning vaststellen, dat wil zeggen een hogere, een lagere of geen beloning.- Testamentaire bepaling inkorten Gelet op deze testamentaire bepaling bezien in samenhang met art. BW en het feit dat de personen die eisers in het incident in vrijwaring wenst te dagvaarden, al gedaagden zijn in de hoofdzaak, bestaan geen juridisch steekhoudende redenen om de vrijwaringsvordering toe te wijzen.